Fysiotherapie voor pijnlijke radiculopathieën
Max van der Velden
Research Manager
Perifere neuropathische pijn komt vaak voor met een geschatte prevalentie bij de bevolking van 6,9%-10%. Momenteel berust de behandeling van deze aandoening grotendeels op farmacologie, zij het met bescheiden effecten. Deze narratieve review had tot doel het huidige bewijs te beschrijven voor fysiotherapie bij patiënten met chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie (CIPN) en radiculaire pijn.
Jesson et al (2020)
Perifere neuropathische pijn komt vaak voor met een geschatte prevalentie bij de bevolking van 6,9%-10%. Momenteel berust de behandeling van deze aandoening grotendeels op farmacologie, zij het met bescheiden effecten. Deze narratieve review had tot doel het huidige bewijs te beschrijven voor fysiotherapie bij patiënten met chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie (CIPN) en radiculaire pijn.
Fysiotherapie voor chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie
Belangrijke mechanismen bij de ontwikkeling van CIPN zijn onder meer verstoring van microtubuli, mitotoxiciteit en de neuroimmuunrespons. Zij ervaren pijn of een combinatie van gevoelloosheid, tintelingen, of een warm of koud gevoel. In dit overzicht worden de bovengenoemde symptomen beschreven met de overkoepelende term "CIPN-pijn".
Het natuurlijke beloop is gunstig bij tweederde van de patiënten.
Preventie van CIPN
Verschillende studies onderzochten het preventieve effect van overwegend lichaamsbeweging. Tot op heden werden echter geen significante effecten gevonden.
Behandeling van CIPN
Sommige studies wijzen op een verlichting van de symptomen door lichaamsbeweging. De studies waren klein en hadden een matig tot hoog risico op vertekening, wat betekent dat verder onderzoek nodig is om deze hypothese te bevestigen.
Effecten van QOL
De effecten lijken op die van de behandeling van CIPN. Hoewel op dit gebied nog meer onderzoek nodig is.
Fysiotherapie voor radiculaire pijn
Het onderliggende mechanisme van radiculaire pijn wordt veroorzaakt door mechanische of chemische irritatie van ruggenmergzenuwen of zenuwwortels, meestal cervicaal en lumbaal. Het natuurlijke beloop is gunstig bij tweederde van de patiënten. Veel voorkomende oorzaken zijn schijfhernia's, wervelkanaalstenose en spondylolisthesis. Men zou denken dat de symptomen zich voordoen in het overeenkomstige dermatoom, maar extra dermatoom pijn is vaker regel dan uitzondering.
Leer de beste op bewijs gebaseerde zorg te bieden aan patiënten met chronische pijn.
Stabilisatie en motorregeling
In vergelijking met geen of minimale zorg (zoals TENS) bieden stabilisatieoefeningen van de wervelkolom en/of motorische controleoefeningen enig voordeel. Hoewel de meeste trials het genoemde voordeel rapporteren, verdween dit klinisch significante verschil in de enige trial met een laag risico op bias (Hahne et al 2017).
Wanneer stabilisatie- en motorische controle-oefeningen worden vergeleken met meer substantiële zorg (zoals algemene oefeningen), is er geen bewijs dat de ene superieur is aan de andere.
Interventies gericht op neurale mechanismegevoeligheid
"Fysiotherapeutische technieken die gericht zijn op neurale mechanosensitiviteit omvatten specifieke bewegingen van perifere zenuwen in relatie tot hun omliggende weefsels (neurale schuivers en spanners) of interfacetechnieken die gericht zijn op het weefsel rondom de zenuw."
Net als stabilisatie- en motorische controleoefeningen leverden deze technieken extra voordelen op in vergelijking met geen of minimale zorg. In vergelijking met een substantiële behandeling waren de resultaten gemengd, met een groot aantal plausibele uitkomsten. Deze conclusie sluit aan bij een recente systematische review (Su en Lim 2016).
Effecten van fysiotherapie op invaliditeit bij radiculaire pijn
De trends voor de effectiviteit van fysiotherapie op pijn en invaliditeit waren vergelijkbaar, hoewel de invaliditeit in mindere mate afnam. Als de invaliditeit verbetert, verbetert ook de pijn. Als de pijn verbeterde, was de invaliditeit niet noodzakelijkerwijs beter.
Wilt u weten hoe u lumbale wervelkanaalstenose conservatief kunt behandelen? Bekijk zeker deze video!
Referenties:
Jesson et al. (2020): https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33490836/
Hahne et al (2017): https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/27765714/
Su et al (2016): https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/26710222/
Max van der Velden
Research Manager
NIEUWE BLOG ARTIKELEN IN UW INBOX
Schrijf u nu in en ontvang een bericht zodra het laatste blogartikel is gepubliceerd.