Phalen's test voor carpaal tunnel syndroom
Traditioneel hebben op zichzelf staande tests geen toegevoegde waarde ten opzichte van een grondige anamnese bij de diagnose van het carpaal tunnel syndroom. De Phalen's test werd ook uitgesloten in een klinische voorspellingsregel van Wainner omdat het voorspellend vermogen ervan te laag was. U vindt een video over de CPR van Wainner in de rechterbovenhoek. Bovendien rapporteren Valdes et al uit 2013 een positieve likelihood ratio van 2,68 en een negatieve likelihood ratio van 0,54 voor de test, wat de klinische waarde ervan nogal zwak maakt.
Om de test uit te voeren wordt de patiënt in staande of zittende positie gevraagd beide polsen maximaal te buigen terwijl hij de dorsale zijde van beide handen tegen elkaar drukt en deze positie één minuut vast te houden.
Bij een positieve test wordt de paresthesie van de patiënt in de distributie van de nervus medianus gereproduceerd, namelijk tintelingen in de duim, wijs- en middelvinger en/of de mediale helft van de ringvinger.
Andere gebruikelijke tests om het carpaal tunnel syndroom te beoordelen zijn:
- Tinel's teken aan de pols
- Flick teken
- Klinische voorspellingsregel voor CTS
- Carpale compressie test
- Neurodynamische test van de bovenste ledematen 1 (ULTT1)
- Hand elevatie test
21 VAN DE NUTTIGSTE ORTHOPEDISCHE TESTS IN DE KLINISCHE PRAKTIJK
Referenties
