Leer
Relocatietest | Anterieure Schouder Instabiliteit Beoordeling
Het schoudergewricht heeft een enorme beweeglijkheid, waardoor het instabiel kan worden. Terwijl spierkrachten de stabiliteit controleren in het middenbereik van de beweging, treedt klinische instabiliteit op aan het einde van het bewegingsbereik. De instabiliteit wordt duidelijk wanneer een patiënt angst heeft voor subluxatie, aan het eind van de beweging.
De schouderrelocatietest heeft een sensitiviteit van 64,6% en een specificiteit van 90,2% volgens Hegedus et al. (2012). Het is een test die volgt op de appachestest en die, wanneer gegroepeerd, goed presteert bij de diagnose van voorste instabiliteit. Als op zichzelf staande test heeft zij echter slechts een matige klinische waarde.
De test wordt gebruikt wanneer de patiënt tijdens de schriktest ongerustheid heeft gemeld. Dus de angst voor subluxatie wanneer de arm van de patiënt in 90° abductie wordt gebracht en extra externe rotatie. Daar geeft de onderzoeker een anterior-to-posterior (AP) gerichte druk op de humeruskop.
De test wordt als positief beschouwd wanneer de angst van de patiënt voor luxatie vermindert nadat de AP-druk is uitgeoefend.
Andere gebruikelijke tests om de voorste glenohumerale gewrichtsinstabiliteit te beoordelen zijn:
21 VAN DE NUTTIGSTE ORTHOPEDISCHE TESTS IN DE KLINISCHE PRAKTIJK
Vind je het leuk wat je leert?
KOOP HET VOLLEDIGE FYSIOTOREN BEOORDELINGSBOEK
- 600+ Pagina's e-Boek
- Interactieve inhoud (directe videodemonstratie, PubMed-artikelen)
- Statistische waarden voor alle speciale testen uit het laatste onderzoek
- Beschikbaar in 🇬🇧 🇩🇪 🇫🇷 🇪🇸 🇮🇹 🇵🇹 🇹🇷
- En nog veel meer!