| 7 min gelezen

Rotator cuff tendinopathie: De nieuwe 2025 klinische praktijkrichtlijn

Rc tendinopathie

Rotator cuff-gerelateerde schouderpijn is een van de meest voorkomende klachten van het bewegingsapparaat in de eerstelijnsgezondheidszorg en fysiotherapieklinieken. Toch blijven overmedicalisering, inconsistente beoordelingsstrategieën en afhankelijkheid van beeldvorming wijdverspreid.

De 2025 Clinical Practice Guideline van Desmeules et al., gepubliceerd in het Journal of Orthopaedic & Sports Physical Therapy, biedt een uitgebreid en evidence-based overzicht voor de diagnose,
niet-chirurgisch management en revalidatie van volwassenen met rotator cuff tendinopathie (RCT). Dit artikel geeft een samenvatting van de belangrijkste updates en 'takeaways' uit de 2025 richtlijn, zodat artsen deze met vertrouwen en duidelijkheid kunnen toepassen in de dagelijkse praktijk.

De 2025 Clinical Practice Guideline biedt een uitgebreid en evidence-based overzicht voor de diagnose, niet-chirurgische behandeling en revalidatie van volwassenen met een rotator cuff tendinopathie.

Waarom deze richtlijn van belang is

De richtlijn is ontwikkeld door een internationaal team van experts op het gebied van fysiotherapie, orthopedie en fysische geneeskunde en is gebaseerd op systematische reviews, betrokkenheid van patiënten en strenge methodologische normen. Ondersteund door het Quebec Rehabilitation Network (REPAR), het Quebec Pain Research Network (QPRN) en de Academy of Orthopaedic Physical Therapy (AOPT) van de American Physical Therapy Association (APTA), bundelt de richtlijn het beste beschikbare bewijsmateriaal voor clinici wereldwijd. Met acht patiëntvertegenwoordigers uit drie landen betrokken bij het revisieproces, weerspiegelt deze richtlijn ook de ervaringen en voorkeuren van degenen die zorg ontvangen.

Uitleg over bewijscijfers

Elke aanbeveling in de klinische praktijkrichtlijn krijgt een cijfer dat de sterkte en de zekerheid van het ondersteunende bewijs weergeeft:

  • Graad A - Sterk bewijs: Ondersteund door meerdere hoogwaardige gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken (RCT's) of systematische reviews.
  • Graad B - Matig bewijs: Ondersteund door ten minste één RCT van hoge kwaliteit of meerdere RCT's van lagere kwaliteit of cohortonderzoeken.
  • C - Zwak bewijs: Gebaseerd op afzonderlijke onderzoeken van lagere kwaliteit of consensus onder deskundigen waar onderzoek beperkt is.
  • Graad D - Tegenstrijdig bewijs: Studies zijn het niet eens in hun bevindingen.
  • Graad E - Theoretisch/fundamenteel: Gebaseerd op kadaveronderzoek, biomechanisch onderzoek of onderzoek op dieren.
  • Graad F - mening van deskundigen: Gebaseerd op best practices en klinische consensus in afwezigheid van empirisch bewijs.

Rotator Cuff gerelateerde schouderpijn

Krijg het vertrouwen en de expertise om rotator cuff-gerelateerde schouderpijn bij uw patiënten effectief te behandelen met Filip Struyf. U zult uitgerust zijn met de tools en kennis om de schouderfunctie te verbeteren, pijn te verminderen en de levenskwaliteit van uw patiënten te verbeteren.

Belangrijkste klinische aanbevelingen

1. Beoordeling & diagnose

  • Uitgebreide subjectieve anamnese (cijfer F): Artsen moeten een grondige anamnese van de patiënt afnemen waarbij rekening wordt gehouden met leeftijd, geslacht, handdominantie, werkeisen, sportactiviteiten, medicijngebruik, comorbiditeiten, psychosociale invloeden, letselmechanisme, eerdere behandelingen, huidige symptomen (pijn, bewegingsbeperking [ROM], zwakte) en doelen van de patiënt.
  • Fysieke beoordeling (cijfer F): Moet inspectie op misvorming, spieratrofie en zwelling omvatten; meting van actieve/passieve ROM en kracht; en optioneel palpatie en speciale tests op basis van klinische redenering. De halswervelkolom moet worden gescreend om referred pain uit te sluiten.
  • Rode vlaggen (F): Artsen moeten screenen op ernstige pathologieën zoals infectie, kanker, cardiovasculaire aandoeningen of systemische betrokkenheid. Prognostische factoren (graad B): Het identificeren van persoonlijke, klinische en werkgerelateerde factoren die de prognose beïnvloeden, wordt aanbevolen als leidraad voor geïndividualiseerde zorgplannen.
  • Speciale testen (graad B): De pijnboogtest kan helpen bij het bevestigen van de diagnose, terwijl de Hawkins-Kennedy test kan helpen bij het uitsluiten ervan.
  • Objectieve metingen (graad A): ROM moet worden gemeten met een goniometer, inclinometer of gevalideerde smartphoneapplicatie. De ROM van het schouderblad is onbetrouwbaar en wordt niet aanbevolen. Krachttests moeten worden uitgevoerd met een handheld dynamometer.
  • Door de patiënt gerapporteerde uitkomstmaten (graad A): Gebruik gevalideerde, betrouwbare en responsieve instrumenten zoals de Shoulder Pain and Disability Index (SPADI) of de Disabilities of the Arm, Shoulder and Hand (DASH) vragenlijst om pijn en invaliditeit te traceren.
  • Beeldvorming (F): Mag in eerste instantie niet worden gebruikt. Diagnostische echografie heeft de voorkeur als beeldvorming nodig is na 12 weken van mislukte conservatieve zorg. MRI wordt niet routinematig aanbevolen. Bespreek de voor- en nadelen van beeldvorming openlijk met de patiënt.
  • Doorverwijzing (gradatie F): Patiënten met aanhoudende en ernstige symptomen na 12 weken zorg moeten worden doorverwezen naar een specialist op het gebied van het bewegingsapparaat (bijvoorbeeld een sportarts, fysiater of orthopedisch chirurg).

2. Farmacologische behandeling

  • Acetaminofen (graad C): Kan worden aanbevolen voor kortdurende pijnverlichting. Niet-teroïdaal
  • Ontstekingsremmende middelen (NSAID's) (graad B): Effectief voor pijnbestrijding op korte termijn.
  • Opioïden (F/C): Niet gebruiken als eerstelijnsbehandeling. Kan op korte termijn worden overwogen in ernstige gevallen waar andere opties niet werken of gecontra-indiceerd zijn. Vereist regelmatige herbeoordeling van het risico.
  • Corticosteroïde injecties (graad B/C): Kan worden gebruikt voor kortdurende pijnverlichting, maar niet als eerstelijnsbehandeling. Echografie wordt aanbevolen als injecties worden gegeven.
  • Kalkspoeling (graad B): Aanbevolen voor verkalkte tendinopathie die niet reageert op initiële behandelingen.
  • Platelet-Rich Plasma (PRP) & Hyaluronzuur (graad D/F): Kan overwogen worden

3. Revalidatie Principes

  • Voorlichting (C): Artsen moeten patiënten voorlichten over hun aandoening, activiteiten aanpassen, pijnneurowetenschap, prognose en zelfmanagementstrategieën. Stem de communicatie af op het niveau van geletterdheid en de psychosociale context.
  • Oefentherapie (graad A): Kerninterventie. Dient progressieve weerstandstraining en motorische controleoefeningen te omvatten. Individualiseren op basis van pijntolerantie en patiëntdoelen.
  • Manuele therapie (graad B): Kan de pijn op korte termijn verminderen bij gebruik in combinatie met oefeningen. Technieken omvatten werkzaamheden aan weke delen en mobilisaties/manipulaties van gewrichten.
  • Tapen (graad D): Kan aanvullend worden gebruikt om pijn op korte termijn te verminderen.
  • Acupunctuur (graad C): Kan op korte termijn extra voordelen bieden in combinatie met actieve revalidatie.
  • Schokgolftherapie (graad C): Nuttig bij calcificerende tendinopathie. Niet aanbevolen in niet-kalkende RCT.
  • Lasertherapie (graad C): Kan pijn verminderen bij calcificerende tendinopathie.
  • Therapeutische echografie (C/B): Niet aanbevolen voor calcificerende of niet-calcificerende RCT's wegens gebrek aan voordeel.
  • Ergonomische aanpassingen (graad C): Kan helpen de beroepsmatige belasting van de schouder te verminderen.

4. Terug naar Sport

  • Belastingstolerantie (graad F): Plannen voor terugkeer naar sport moeten gebaseerd zijn op het vermogen van de atleet om belasting van schouder en rotator cuff te verdragen.
  • Uitkomstmaten (Graad F): Gebruik gevalideerde instrumenten om pijn, invaliditeit, terugkeerbereidheid en functionele prestaties te beoordelen. Voorbeelden zijn sportspecifieke prestatietests en return-to-sport checklists.

Samenvatting

De 2025 Clinical Practice Guideline voor rotator cuff tendinopathie biedt een duidelijk en uitgebreid kader voor conservatieve schouderzorg. Er wordt prioriteit gegeven aan een individuele beoordeling op basis van de voorgeschiedenis en het klinisch onderzoek van de patiënt, vroegtijdige beeldvorming wordt ontmoedigd en objectieve meetinstrumenten voor bewegingsbereik en kracht worden ondersteund. Farmacologische interventies zijn ondergeschikt aan actieve revalidatie, waarbij oefentherapie wordt gezien als de hoeksteen van herstel. Aanvullende therapieën zoals manuele therapie, taping en acupunctuur kunnen selectief worden overwogen. De richtlijn benadrukt ook het belang van patiëntgerichte educatie en geleidelijke, op belasting gebaseerde terugkeer naar sport. In het algemeen moedigt het clinici aan om minder te vertrouwen op diagnostische beeldvorming en passieve modaliteiten en meer op actieve, wetenschappelijk onderbouwde strategieën die patiënten zelfredzaam maken.

Veranderingen uit de 2022 richtlijn:

  • Integratie van systematische reviews tot oktober 2023.
  • Nieuwe aanbevelingen specifiek gericht op terugkeer naar sport.
  • Duidelijkere beoordeling van bewijs met behulp van aan GRADE aangepaste methodologie.
  • Verbeterd patiëntgericht taalgebruik en prioriteit geven aan gedeelde besluitvorming.

De beslissingsboom voor het beheer van de rotatormanchet

De auteurs hebben een extra beslissingsschema opgesteld dat artsen helpt bij de revalidatie van patiënten met een rotator cuff tendinopathie.

Rct beslisboom desmeules et al 2025
Management van Rotator Cuff Tendinopathie beslisboom. Het symbool # staat voor het bijbehorende nummer van de aanbeveling (beschreven in het document). Cijferletters geven aan dat de richtlijnen zijn gebaseerd op (A) sterk bewijs, (B) matig bewijs, (C) zwak bewijs, (D) tegenstrijdig bewijs, (E) theoretisch/fundamenteel bewijs of (F) de mening van experts.

Beperkingen & Conclusie

Hoewel deze richtlijn uitgebreid is, ontbreken er op sommige gebieden, zoals tijdlijnen voor terugkeer naar sport en de effectiviteit van PRP, nog steeds RCT's van hoge kwaliteit. Verder onderzoek is nodig om de behandeling te individualiseren en prognostische subgroepen te identificeren. De 2025 Rotator Cuff Tendinopathy CPG biedt een op bewijs gebaseerde, patiëntgerichte benadering die overbehandeling kan verminderen en klinische resultaten kan verbeteren. Door de praktijk af te stemmen op deze aanbevelingen kunnen artsen volwassenen met RCT met meer vertrouwen beoordelen, onderwijzen en revalideren.

Referentie

Desmeules, F., Roy, J-S., Lafrance, S., et al. (2025). Rotator Cuff Tendinopathy Diagnosis, Non-Surgical Medical Care and Rehabilitation: Een richtlijn voor klinische praktijk. Tijdschrift voor Orthopedische & Sportfysiotherapie. https://doi.org/10.2519/jospt.2025.13182

Guus Rothuizen is wetenschapsjournalist en fysiotherapeut met een achtergrond in bewegingswetenschappen. Hij is gespecialiseerd in het vertalen van complexe wetenschappelijke inzichten naar toegankelijke artikelen, met een focus op lichamelijke en geestelijke gezondheid - en het verband tussen die twee. Guus werkte eerder als onderzoeker in neurorevalidatie en motorisch leren, en combineert nu klinisch werk met journalistiek. In zijn praktijk richt hij zich op actieve revalidatie, verandering van levensstijl op de lange termijn en de balans tussen fysieke en mentale belasting.
Terug
Probeer onze app 14 dagen gratis uit