Deep gluteal syndrome, afgekort DGS, wordt gedefinieerd als pijn in de bilstreek veroorzaakt door een niet-discogene beknelling van de nervus ischiadicus in de subgluteale ruimte.
De structuren die betrokken kunnen zijn bij beknelling van de nervus ischiadicus zijn niet alleen de piriformis, maar ook fibreuze banden met bloedvaten, bilspieren, hamstringspieren, het gemelli-obturator internus complex, vaatafwijkingen en ruimte-innemende laesies. Daarom wordt tegenwoordig de voorkeur gegeven aan de term "deep gluteal syndrome" in plaats van "pirformis syndrome".
Veel voorkomende symptomen zijn heup- of bilpijn en gevoeligheid in het gluteale en retro-trochanterale gebied. De pijn wordt vaak beschreven als ischiasachtig, vaak unilateraal en verergerd bij rotatie van de heup in flexie en extensie van de knie. Andere symptomen zijn het niet verdragen van langer dan 20 tot 30 minuten zitten, mank lopen, verstoord of verlies van gevoel in de aangedane extremiteit, en pijn 's nachts die overdag beter wordt.
Volgens Michel et al. (2013) had de HCKL-manoeuvre een sensitiviteit van 100% en een specificiteit van 60% in een populatie met een diep gluteusyndroom en een symptomatisch lumbaal disco-radiculair conflict in de L5- of S1-regio. Het is echter onduidelijk welke gouden standaard in de studie werd gebruikt, waardoor het klinisch nut van deze test in de praktijk twijfelachtig blijft.
Voordat u de test uitvoert, moet u ervoor zorgen dat u meer voorkomende pathologieën in de lendenwervelkolom en het SI-gewricht, die de symptomen van de patiënt zouden kunnen verklaren, hebt onderzocht en uitgesloten.
Om de test uit te voeren moet de patiënt in rugligging liggen. De patiënt wordt gevraagd de te testen heup extern te roteren en zijn hiel op de contralaterale knie te plaatsen. Vervolgens buigt de onderzoeker de contralaterale heup. De auteurs suggereren dat deze positie enkele tientallen seconden tot 1 minuut moet worden aangehouden om symptomen te veroorzaken.
De test is positief als de bekende klachten van de patiënt over bilspijn en/of paresthesie die uitstraalt naar de achterzijde van de onderste extremiteit worden gereproduceerd.
Andere gebruikelijke tests om het diepe gluteale syndroom vast te stellen zijn:
Om de beste ervaringen te bieden, gebruiken wij en onze partners technologieën zoals cookies om apparaatinformatie op te slaan en/of te openen. Door in te stemmen met deze technologieën kunnen wij en onze partners persoonlijke gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze site verwerken en (niet-) gepersonaliseerde advertenties tonen. Als u geen toestemming geeft of uw toestemming intrekt, kan dit een negatieve invloed hebben op bepaalde functies en kenmerken.
Klik hieronder om toestemming te geven voor het bovenstaande of om gedetailleerde keuzes te maken. Je keuzes worden alleen op deze site toegepast. U kunt uw instellingen op elk gewenst moment wijzigen, inclusief het intrekken van uw toestemming, door gebruik te maken van de keuzeschakelaars in het Cookiebeleid of door te klikken op de knop Toestemming beheren onderaan het scherm.
Download onze gratis fysiotherapie app met alle kennis die je nodig hebt.