Fovea sign | Triangular Fibrocartilage Complex (TFCC) Onderzoek
Het driehoekige vezelkraakbeencomplex, afgekort TFCC, bestaat uit de articulaire schijf, de homoloog van de meniscus, de dorsale en palmaire radioulnarbanden, de ulnolunate en ulnotriquetrale ligamenten en de peesschede van de extensor carpi ulnaris.
Als rotatiecentrum van de onderarm speelt het TFCC een sleutelrol bij de stabilisatie, rotatie, translatie, overdracht van belasting naar de pols en fungeert het als essentieel draaipunt. Door zijn anatomische ligging en zijn betrokkenheid bij de belangrijkste functies van rotatie en belasting, is hij zeer gevoelig voor blessures en slijtage.
Schmauss et al. (2016) hebben het fovea-teken onderzocht op zijn klinische nauwkeurigheid bij 908 patiënten die verdacht worden van TFCC-laesies. De auteurs vonden een gevoeligheid van 73% en een specificiteit van 44%. De resultaten varieerden enigszins naar gelang van de Palmer-classificatie. De Palmar classificatie verdeelt TFCC-laesies in traumatische en degeneratieve oorsprong en in locatie en soort laesie.
Door de geringe nauwkeurigheid van deze test is de diagnostische waarde ervan nogal zwak. Interessant is dat MRI-beeldvorming niet beter presteerde en in deze studie een vergelijkbaar hoog niveau van gevoeligheid en slechte specificiteit bereikte.
Voor de ulnaire fovea sign test palpeert de onderzoeker de zachte plek tussen het styloid ulnaris, de pees flexor carpi ulnaris, het volaire oppervlak van de caput ulnaris en de pisiforme (Figuur 2).
Reproduceerbare pijn op deze plaats, vergeleken met de contralaterale zijde, lijkt op een ''positief'' ulnaire fovea teken.
21 VAN DE NUTTIGSTE ORTHOPEDISCHE TESTS IN DE KLINISCHE PRAKTIJK
Andere orthopedische tests voor het driehoekige vezelkraakbeencomplex zijn:
Andere gebruikelijke tests voor verwondingen aan de pols zijn:
- Watson / Scaphoid Shift Test voor Scapholunate Instabiliteit
- Distaal radioulnar gewricht / DRUJ-test
- Lunotriquetal Ballottement / Shuck Test
Referenties
