Leer
Subacromiaal Pijn Syndroom Cluster | SAPS Diagnose / Beoordeling
Het subacromiaal pijnsyndroom, vroeger bekend als subacromiaal impingement, is de meest voorkomende oorzaak van schouderpijn. Het is een overkoepelende term voor letsels van de subacromiale ruimte, waaronder rotator cuff tendinopathie, partiële-dikte scheuren, en bursitis. Michener et al. (2009) zijn gekomen met een testcluster voor 5 verschillende tests om subacromiaal pijnsyndroom te diagnosticeren. Met 3 of meer positieve tests op 5, steeg de positieve waarschijnlijkheidsverhouding tot 2,93. Minder dan 3 positieve tests leiden tot een negatieve waarschijnlijkheidsverhouding van 0,34. Wegens de geringe verandering in de post-test waarschijnlijkheid, heeft deze testbatterij een geringe klinische waarde bij de diagnose van subacromiaal pijnsyndroom.
De eerste test is de Hawkins-Kennedy test, waarvan wordt gezegd dat hij de rotator cuff pezen in de subacromiale ruimte samendrukt. Om deze test uit te voeren, brengt u de schouder van uw patiënt in 90° voorwaartse flexie en ondersteunt u hem op uw arm door uw hand op de niet-aangedane schouder van uw patiënt te leggen. Voer dan passieve interne rotatie uit. Deze test is positief als de bekende pijn van uw patiënt wordt gereproduceerd.
De tweede test is de Neer-test, die ook wordt beschreven om compressie in de subacromiale regio te veroorzaken. Om deze test uit te voeren, laat u de patiënt in zittende positie. Druk met één hand het schouderblad in, roteer met uw andere hand de schouder van uw patiënt inwendig en breng hem passief in maximale flexie. Deze test is positief als de pijn van uw patiënt wordt gereproduceerd.
De derde test is het pijnlijke boogsyndroom, dat wordt beschreven om de supraspinatuspees in de subacromiale ruimte samen te drukken. Om deze test uit te voeren, laat u de patiënt staan en vraagt u hem om zijn armen langzaam te abduceren. Deze test is positief als uw patiënt pijn ervaart tussen 45-60 en 120° van abductie.
De vierde test is de lege blikjestest, waarbij spanning wordt uitgeoefend op de supraspinatus via spiercontractie. Om deze test uit te voeren, laat u de patiënt staan en vraagt u hem zijn armen tot 90° in het scapulaire vlak te heffen. Vraag de patiënt dan zijn schouders inwendig te draaien en uw kracht in neerwaartse richting te weerstaan. Deze test is positief, als de bij de patiënt bekende pijn wordt uitgelokt of als zwakte wordt waargenomen ten opzichte van de andere zijde. Let wel, de lege blikjes test is niet in staat om de supraspinatus spier te isoleren en dat tot 9 andere spieren rond het schouder complex actief zijn in deze positie.
De laatste test is de externe rotatie van de schouder, die ook spanning uitoefent op de supra- en infraspinatuspees via spiercontractie. Om deze test uit te voeren, laat u de patiënt in zittende positie zitten met de elleboog gebogen tot 90° en de elleboog dicht tegen het lichaam. Vraag uw patiënt dan om weerstand te bieden aan uw interne rotatiekracht. Deze test is positief, indien u zwakte vaststelt in vergelijking met de andere zijde of indien uw patiënt klaagt over zijn vertrouwde pijn.
21 VAN DE NUTTIGSTE ORTHOPEDISCHE TESTS IN DE KLINISCHE PRAKTIJK
Vind je het leuk wat je leert?
KOOP HET VOLLEDIGE FYSIOTOREN BEOORDELINGSBOEK
- 600+ Pagina's e-Boek
- Interactieve inhoud (directe videodemonstratie, PubMed-artikelen)
- Statistische waarden voor alle speciale testen uit het laatste onderzoek
- Beschikbaar in 🇬🇧 🇩🇪 🇫🇷 🇪🇸 🇮🇹 🇵🇹 🇹🇷
- En nog veel meer!